Jubeleumtocht BrabAntwerpen
BrabAntwerpen werd dit jaar voor de vijfde keer verreden.
Normaal rijden we tot schoten en dan verder naar Turnhout.
Ter gelegenheid van het eerste lustrum werd besloten
nu wel door de stad Antwerpen te rijden.
Dat heeft uiteindelijk geleid
tot een vijf uur durende verkenning van deze stad en haar voorsteden.
Geen brabantskwartiertje
Om tien over zes ben ik uit Rijen vertrokken,
zodat ik op tijd bij het station in Breda zou zijn
om de deelnemers aan BrabAntwerpen te verwelkomen.
Bij het binnen rijden van Breda werd ik ingehaald
door twee auto's met ligfietsen achterop.
Hierdoor kreeg ik de gelegenheid
om nogmaals te bewijzen dat een ligfiets sneller
in het stadsverkeer is dan een auto.
In Breda stonden al twee deelnemers op mij te wachten
en toen om elf voor acht een hele groep ligfietsers
het stationsplein opreed vreesde ik dat het onmogelijke
dit jaar zou gebeuren:
Een toertocht die optijd vertrekt.
Gelukkig moetst een van de deelnemers nog een plasje plegen,
zodat de fietser die iets te laat aankwam ook nog mee kon rijden.
Om acht uur waren alle blazen geleegd
en alle aangemelde deelnemers aanwezig.
Het brabantskwartiertje werd dus niet aangehouden
maar we vertrokken met slechts tien minuten vertraging.
Zwaan kleef aan
Het eerste stuk van de tocht dient om Breda uit te komen.
Een van de deelnemers was wachte ons
bij de Duivelsbrug in het Ginneken op.
Hierbij slim twee vliegen in een klap slaant:
De aanrijroute wordt korter
en er hoeft niet door Breda gefietst te worden.
|
Het gebak in Nispen smaakte goed.
|
Daarna ging het verder door het het Brabantse buitengebied.
Bij onze eerste plaspauze,
half weg Achtmaal (vier keer zou Seth zeggen)
sloot de laatste zwaan zich bij ons aan.
Hij had zich iets verslapen
en was om kwart over acht bij het station.
Door stevig door te fietsen is hij er ingeslaagd
toch nog aansluiting te vinden.
Brug weg
De tocht werd voortgezet en om tien uur kwamen we in Nispen aan.
Precies op tijd. Het plaatselijke café opende om tien uur.
Na ons tegoed gedaan te hebben aan diverse soorten vlaai,
konden we verder gaan richting België.
In België stonden diverse leuke huisje te koop.
we hebben nog overwogen om er een aan te schaffen als clubhuis.
Helaas was de inhoud van onze kas net niet groot genoeg.
|
Brug over de E19.
|
De tocht door België verliep voorspoedig,
totdat we na Brasschaat de E19 over moetsen.
De brug was afgesloten,
maar nog wel toegankelijk voor voetgangers en fietsers,
tenmiste dat stond op het bord.
Toen we boven kwamen bleek de brug gedeeltelijk gesloopt.
(Het aanleggen van een Hoge Schulden Lijn
mag wat overlast opleveren.)
Voor de fietsers en voetgangers was een stellage gebouwd.
Een soort steiger constructie
waarbij het "wegdek" bestond uit losliggende metalen platen.
Wat een herrie maakte dat toen we erover heen gingen.
En door de vele krappe bochten
was het ook niet echt lowracervriendelijk te noemen.
Door Antwerpen
Na Schoten reden we het haven gebied van Antwerpen binnen
en begonnen aan de verkenning van deze stad
die uiteindelijk vijf uur zou duren.
Via een creatieve tocht langs en door
het havengebied langs het Albertkanaal
kwamen bij de Scheldekade aan.
De scheldekade was zo interessant
dat we bij de Kennedytunnel niet naar links afsloegen,
maar de kade tot Hoboken bleven volgen.
(Of waren de bordjes niet zo duidelijk?)
Vanwege het vijfde lustrum hadden we ons deze keer een doel gesteld:
Het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim.
Zoals een van de deelnemers al opmerkte:
Typisch Hollands om op de fiets naar een gratis museum te rijden.
Door de extra lus naar Hoboken
was het niet meer duidelijk waar we ons
ten opzichte van de route bevonden.
Gelukkig zijn er een aantal ligfietsers
die van electronische speeltjes houden.
Zo werden we met behulp van GPS
via de korste route naar het
"special point: Middelheim Museum" gestuurd.
De inwendige mens
Het plan was om bij het museum de inwendige mens te versterken.
Dat plan werd ook iets gewijzigd.
Het restaurant was goed verstopt.
Maar toen we het uiteindelijk gevonden hadden
bleek het nog een hele kunst om wat te bestellen.
Onze groep van twaalf man veroorzaakte zoveel angst
dat het even duurde voordat het bedienend personeel
zich bij onze tafel waagde.
|
Het fietspad langs het Albertkanaal.
|
Toen een dappere dame uiteindelijk langs kwam
om de bestelling op te nemen werd haar nachtmerrie waar:
We wilde allemaal wat eten!
Ze waarschuwde ons dat (zeker omdat we niet gereserveerd hadden)
het lang zou duren voor er voor ons allemaal eten zou zijn.
Uit arremoede bestelden we toen slechts een drankje,
totdat iemand op het geniale idee kwam te vragen
of er ook appelgebak was.
Dat was er.
Onmiddelijk werden er meer besteld,
totdat onze dame doorkreeg
dat we allemaal wel trek in appelgabak hadden.
Dit zou ook weer een te grote belasting voor de keuken zijn.
Uiteindelijk hebben we in het restaurant
het eten dat we zelf hadden meegenomen genuttigd.
Op de fiets naar een gratis museum en daar je meegebrachte brood opeten.
We zullen in België wel nooit van ons zuinige imago afkomen.
Het museum ligt nog geen kilometer van de LF route.
Het plan was dus eenvoudig:
Terug naar de route en dan weer bordjes volgen.
Ook hier ontstond bij de uitvoering een discrepantie
ten opzichte van het oorspronkelijke plan.
De korte tocht terug naar de LF route werd een lange tocht
door diverse Antwerpse randgemeentes.
Toen we na verloop van tijd aan voorbijgangster vroegen waar we waren,
wees zij een wel heel verassende plaats op de kaart aan:
Mortsel, een aantal kilometers ten zuidoosten van Antwerpen.
Zij wees on wel op de juiste weg.
En na een tocht door Borsbeek Deurne en Wommelgem
konden we uiteindelijk in wijnegem de geplande route weer oppakken.
Maar niet voordat we in Wommelgem nog een Piza restaurant
bezocht hadden om de nodige calorieën in te slaan.
Nu we uit Antwerpen waren ging het tempo weer omhoog.
Dat was ook niet zo moeilijk
op het gladde asfalt langs het kaarsrechte Albertkanaal.
Naar huis
De rest van de tocht liep voorspoedig.
Via rustige binnenwegen kwamen we aan in Beerse.
Vanaf daar reden we lang het bekende kanaan naar Turnhout
om daar via het Belslijntje naar Baarle-Nassau te rijden.
Omdat het bijna donker was,
werd besloten niet door het bos te rijden,
maar de kortste weg via Chaam naar Breda terug te rijden.
In Baarle-Nassau had een aantal personen al de groep verlaten
om via een kortere weg naar huis te rijden.
Hetzelfde deed ik in Chaam,
waarmee ik twee vliegen in een klap sloeg.
Ten eerste was ik op die manier nog net voor donker thuis
en ten tweede heb ik toch nog door het bos kunnen fietsen.
Al was dat dan op een fietspad langs een doorgaande weg.
Het fietsen door Antwerpen was een hele belevenins,
maar ik denk dat het ten minste tot het volgende lustrum zal duren
voordat we dat tijdens BrabAntwepen zullen herhalen.